Omgaan met borderline (br. de humanist)

Omgaan met borderline

“Mijn dochter kan zonder enige aanleiding woedend tegen mij uitvallen. Ze schreeuwt dan dat ik de allerslechtste moeder ben die ze zich maar kan voorstellen en dat ze me kapot gaat maken. Ze gooit met glazen, trapt gaten in deuren en zwaait met haar vuist in mijn gezicht”. De moeder is bang en zou op dat soort momenten zelf het liefst weglopen. Het is een van de voorbeelden die te vinden zijn in het boek Borderline de baas van Koos Krook, coördinator van preventieprogramma’s voor naastbetrokkenen, voorbeelden hoe patiënten hun omgeving kunnen terroriseren. In Nederland lijdt tien procent van de bevolking aan een persoonlijkheidsstoornis. Borderline is zo’n stoornis, alleen daaraan al lijden naar schatting honderdvijftig- tot tweehonderdduizend Nederlanders. Het is een officiële psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door impulsiviteit, emotionele labiliteit en relationele conflicten. Mensen met borderline denken vaak zwart-wit en reageren extreem. Ideeën en gedachten over zichzelf en over anderen wisselen sterk. Voor hen zijn mensen en situaties helemaal zwart of helemaal wit, geweldig of kwaadaardig. Vol overgave wordt aan iets begonnen, aan partners, studies en banen, maar die worden even snel weer aan de kant gezet. Borderline-patiënten gaan gebukt onder de grote vrees verlaten te worden, maar zetten hun naasten ook op afstand omdat intimiteit beangstigt. Ze hebben een laag zelfbeeld, zijn snel diep gekrenkt en vieren hun onvrede woedend bot op zichzelf of degene door wie ze zich aangevallen voelen.
Gevoel van innerlijke leegteIn zijn brochure ‘Alles of Niets’ legt psychiater Erwin van Meekeren uit hoe het in zijn werk kan gaan. ‘Els’ van 25 besluit plotseling dat het tijd wordt voor een relatie. Ze gooit zich volledig op dit doel, maar goed bedoelde adviezen van haar omgeving wuift ze weg. Als ook bemiddeling via een relatiebureau niets oplevert, raakt ze teleurgesteld. Kort daarop zweert Els bij het vrijgezellenbestaan. Vervolgens klaagt ze over de eenzaamheid. Duidelijk een vorm van borderlinegedrag, zegt Van Meekeren. “Je ziet het alles of niets, de impulsiviteit, de stoornis in contact leggen, het moeilijk alleen kunnen zijn en dreigend isolement. Ook de wijze van hulp vragen valt op. Eerst wil Els van geen bemoeienis weten, als het mislukt klaagt ze wel over de gevolgen van haar handelen, de eenzaamheid. Dit is voor omstanders vaak moeilijk te begrijpen.” Nog moeilijker wordt het, als de patiënt naast dit soort ‘kernsymptomen’ ernstiger ontregelingen vertoont, zoals opzettelijke zelfverwonding, suïcidepogingen of psychotisch gedrag. Onvrede en een gevoel van innerlijke leegte wordt vaak ‘bestreden’ met alcohol, drugs of eetbuien. Borderlinepatiënten kunnen veel psychische verschijnselen hebben. Daarom wordt de aandoening soms zo moeilijk begrepen en wordt de diagnose nog wel eens gemist. Geen van de symptomen afzonderlijk is specifiek voor de borderlinestoornis, die kan variëren van heel mild tot zeer extreem. Alleen specialisten kunnen de diagnose stellen. Dat persoonlijkheidsstoornissen een ‘luxe probleem zouden zijn, die welzijnswerkers goedbetaald werk verschaffen’, spreekt Van Meekeren fel tegen. “Wacht maar tot ze zelf problemen krijgen, of hun kind of partner,” zegt de psychiater tegen critici. “Depressie wordt over de hele wereld, ook in ontwikkelingslanden, volksziekte nummer één. Angststoornissen staan ook in de top 10, tussen kanker en hart- en vaatziekten.”
Genen en omgevingBorderline is een ziekte die vooral in de westerse cultuur lijkt voor te komen, maar ook in niet-westerse landen en steden (vooral in Azië) met een vergelijkbare maatschappij. Misschien door de aard van deze cultuur, door de individualisering en het wegvallen van onderlinge verbondenheid binnen familie, buurt of kerk. Mensen voelen zich minder veilig en geborgen. Van Meekeren: “Er wordt steeds sterker een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. We moeten voortdurend zelf keuzes maken in en over ons leven. Dat geeft minder zekerheid en houvast. Ook de snelle veranderingen in de maatschappij, met alle toenemende eisen, zouden een rol kunnen spelen.” In de psychiatrie wordt bij borderline niet gedacht aan één enkele oorzaak. Vaak is sprake van een wisselwerking tussen genen en omgeving, gevolg van een complexe opeenstapeling van samenhangende factoren. Veel borderlinepatiënten hebben een instabiele jeugd achter de rug, maar zeker niet allemaal. Sprake kan zijn van een stoornis in de serotoninehuishouding die prikkeloverdracht tussen zenuwcellen beïnvloedt. Van een persoonlijkheidsstoornis wordt gesproken als iemands eigenschappen extreem en hinderlijk worden. Niet alleen de patiënten zelf lijden onder hun stoornis, ook hun naastbetrokkenen: partners, kinderen, ouders, broers en zussen, vrienden, vriendinnen. Van Meekeren: “Die worden of ze dat willen of niet vaak intensief en op ongemakkelijke tijdstippen bij de problemen betrokken. Het komt vaak voor dat relaties tussen borderlinepatiënten en anderen verslechteren of helemaal worden verbroken. Het kan makkelijk escaleren als beide partijen zich miskend voelen. Patiënten kunnen die ander beschuldigen van een slechte opvoeding, onvoldoende aandacht, mishandeling, te veel of te weinig bemoeizucht, niet serieus nemen enzovoorts. Naastbetrokkenen kunnen vinden dat borderlinepatiënten gezins- of familieverhoudingen kapot maken, door de enorme aandacht die ze vragen of door onterechte aantijgingen.” Ook trainer/sociaal netwerkfunctionaris Hans de Jong, die naastbetrokkenen al jaren coacht en ondersteunt, ziet vaak hoe zij tot het uiterste worden gedreven. “Naastbetrokkenen zouden hun borderlinepartner soms wel bij het groot vuil willen zetten of dromen zelfs dat hij er niet meer zou zijn en de verlichting die dat zou betekenen. Veel partners houden van hun borderlinevrouw of –man maar gaan kapot aan de onmacht om te gaan met die stemmingswisselingen en heftige emoties. Ze weten echter niet dat dit borderline-gedrag juist door de omgeving zelf kan worden opgeroepen, ongewild en onbewust. Daarom is goede voorlichting zo belangrijk. Door beter begrip kan er ruimte komen met elkaar door te gaan en vermindert de druk aanzienlijk.”
Genezing is mogelijkEr zijn dus lichtpunten. Van Meekeren: “In tegenstelling tot wat altijd gedacht is blijkt een persoonlijkheidsstoornis veranderbaar te zijn en zelfs vaak te genezen. Tot voor kort geloofden de meeste psychiaters daar niet in, maar op basis van veel onderzoek blijkt nu het succes van verandering. Bij borderline valt impulscontrole bijvoorbeeld goed te verbeteren en op langere termijn kunnen relaties veel beter en rustiger verlopen. Maar emotionele labiliteit is hardnekkiger.” Aan de stabilisering kan de directe omgeving belangrijk bijdragen. Betrokkenen moeten vaak leren zien hoe, en waarom, ze langzaam maar zeker in de doolhof van de patiënt verzeild zijn geraakt en uit onmacht de steeds extremere reacties juist in de hand kunnen werken. In Leven met een borderliner stellen Mason en Kreger: “De naastbetrokkene is vaak dapper en heroïsch op het punt van vriendelijk gedrag, ongeacht de tol die dat van hem eist. In een poging de persoon van wie hij houdt te helpen, onderdrukt de naastbetrokkene zijn of haar woede, verwaarloost eigen behoeften, aanvaardt het gedrag dat de meeste mensen onverdraaglijk zouden vinden en vergeeft steeds opnieuw dezelfde misstappen [..] Al zijn de motieven van de naastbetrokkene prijzenswaardig, toch wordt hierdoor misplaatst gedrag van de borderliner in feite mogelijk gemaakt of bekrachtigd. Mensen met een borderlinestoornis leren zo dat hun daden weinig negatieve gevolgen hebben, dus hebben ze geen motief om te veranderen.”
Grenzen stellenUit angst dat de patiënt zich iets aandoet zijn veel naasten vaak veel te inschikkelijk geworden, terwijl iemand met borderlinegedrag juist schreeuwend behoefte heeft aan duidelijkheid en dus ook duidelijke grenzen. Zonder die grenzen kan de boel flink uit de hand lopen. Naastbetrokkenen geven vaak eigen activiteiten en vriendschappen op, gaan niet meer uit, verdragen lichamelijke en geestelijke mishandeling, lijden op hun werk door paniektelefoontjes van thuis: soms durven naastbestaanden op hun werk de telefoon niet eens meer op te nemen omdat hun borderline-partner bang is dat ze daar worden gebeld door rivalen. Maar meegaan in de onredelijkheid helpt zeker niet. Ellen (45): “Mijn partner weigert om allerlei gecompliceerde redenen op vakantie te gaan. Eerst bleef ik ook thuis, maar zijn gedrag werd daar niet beter door. Ik heb geleerd zelf toch te gaan, met mijn kind, haar wil ik ook geen vakantie onthouden. Daar zijn we nu aardig in geschoold en we nemen papa’s rare gedrag voor vertrek en na terugkomst op de koop toe. We weten waar zijn gedrag vandaan komt: we weten dat hij bang is ons kwijt te raken, maar wíj weten dat we weer terugkomen, hebben hem dat ook gezegd, en duiken nog eens lekker de zee in. Bang dat hij zichzelf iets aan doet ben ik niet meer. Als dat zo zou zijn kan dat ook gebeuren als je wel thuis bent, maar even een boodschap doet. Die angst heb ik leren loslaten. Eerst zat hij als een donderwolk naar de muur te staren als we thuis kwamen en noemde hij me een verrader. Maar hij leert het al aardig. De laatste keer dat we van vakantie thuiskwamen had hij lekker voor ons gekookt.” Paal en perk stellen valt te leren. Mason en Kreger: “Grenzen stellen kan aanvankelijk angstaanjagend zijn. Daarom is het van doorslaggevend belang te bedenken dat je ze niet alleen trekt ter wille van je eigen geestelijke gezondheid. Je bewijst ook de borderliner een dienst.”
Lezen over borderline en zelfbeschadiging· Paul Mason en Randi Kreger, Leven met een borderliner. Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam.· Koos Krook, Borderline de baas. Gids voor naastbetrokkenen. HB Uitgevers, Baarn· Jaap Spaans en Erwin van Meekeren, Borderline Hulpboek (voor patiënten zelf). Boom, Amsterdam.· Steven Levenkron, Zelfbeschadiging. SWP, Amsterdam.· Onderhuids. Zelfbeschadiging onder jongeren. (DVD voor hulpverleners). LSZ, Utrecht. Zie www.zelfbeschadiging.nl.
Tips voor naastbetrokkenen· Leer borderline begrijpen. Veel GGZ-instellingen bieden ondersteunings- en trainingsprogramma’s. Lotgenotengroepen bieden (h)erkenning en steun. Op internet: www.stichtingborderline.nl , www.stichtingpandora.nl, www.labyrint-in-perspectief.nl.· Zorg voor jezelf: doe eigen dingen, zorg voor eigen ontspanning en plezier om niet overbelast te raken. · Leer grenzen stellen, hou vast aan duidelijke afspraken. · Zie negatief gedrag los van de persoon. Vat emotionele uitspraken niet te persoonlijk op. Ga op moeilijke momenten niet in discussie, herhaal dat je het gesprek op een kalmer moment voortzet en ga de kamer uit. Of het huis.· Bescherm de kinderen tegen escalatie. Zeg geen leuke dingen met de kinderen af. Zorg voor afleiding.· Accepteer geen lichamelijk of geestelijk geweld, zorg altijd voor eigen veiligheid en die van je kinderen, weet wat te doen in een crisissituatie. Zoek hulp.

Reacties

VUQuiescant zei…
Zoek hulp. Nog steeds is het zo en dat hoor je dan ook, van omstanders dat -betrokkenheid in behandeling en gesprekken- wanneer een naaste bij de ggz zit die dat dan heeft, niet wordt toegestaan.
Dat is een slechte zaak.
MET NAME als in relaties kinderen zijn te verwachten of ter sprake zijn.
Ten allen tijde dient in belang kinderen te worden gehandeld, die anders grote kans lopen een eigen meest vader kwijt te geraken doordat niet of nauwelijks daarna
rekening wordt gehouden met het recht op eigen vader-omstander.
Let op. Ook de ggz a.u.b.
En laat men meldplicht instellen richting RECHTER voordat gezag aan iemand met bps eenzijdig wordt gegeven.

Populaire posts van deze blog

Onderzoek verband geloof en persoonlijkheidsstoornis

Het einde van het gezin.......